KARATE
EEN VECHTKUNST MET TRADITIE

Volgens de legende is Karate 2000 jaar geleden ontstaan in China. In deze tijd leefde er een Indische monnik, Bodhidharma Taichi of kortweg Daruma Taichi(Ta Mo in het Chinees), die in het klooster Chaolin-Zsu de boeddhistische leer Dhyana (later Zen genoemd) onderwees.


Zijn onderwijs en tucht waren zo streng, dat zijn leerlingen een na een flauw vielen. Daruma ontwikkelde daarom een techniek, die zijn leerlingen lichamelijk en geestelijk sterker moest maken en hen tevens zou beschermen op verre reizen. Later kregen deze monniken de naam van de geweldigste vechters van China te zijn. Hun manier van zelfverdediging werd Chaolin-Zsu, tempelboksen of Kempo genoemd.
Het duurde niet lang of deze zelfverdedigingstechniek drong ook door tot
Okinawa, Japan. Daar werd het gecombineerd met een methode van
vuistvechten en kreeg de naam Okinawa-Te.
Ongeveer 500 jaar geleden kwam op Okinawa koning Hashi aan het bewind. Toen die het dragen van wapens verbood,kwam het ongewapende gevecht tot grote ontwikkeling. Pas omstreeks 1920 demonstreerde een inwoner van Okinawa deze verdedigingstechniek voor het eerst in japan. Zijn naam was Gichin Funakoshi. Gichin Funakochi werd in 1869 in Shuri, Okinawa geboren. Op elf-jarige leeftijd beoefende hij reeds vechtsport. Toen hij zelf een meester was geworden, trok hij naar Japan. Hij combineerde het Okinawa-Te met oudere Japanse vechtsporten van waaruit het moderne Japanse Karate met zijn drie aspecten ontstond:
zelfverdedigingstechniek, lichaamscultuur en sport. Gichin Funakochi wordt als de vader van het moderne Karate beschouwd.
De grondlegger van het Goju-Ryu Karate (de stijl van Sjan) is Chojum Miyagi. Miyagi begon met Karate op elf-jarige leeftijd als leerling van Kanryo Higashionna, een tijdgenoot van Gichin Funakochi. Meester Higashionna had als bijnaam 'Gyukei' (als een stier) die hij dankte aan zijn grote Kracht. Als demonstratie liet hij in de Sanchinstand mensen aan hem duwen of trekken aan touwen om zijn enkels in een poging om hem uit zijn stand te krijgen.
Het woord KARATE betekent letterlijk lege(Kara) hand(Te). deze naam is ontstaan doordat Karate oorspronkelijk een vorm van zelfverdediging was, die beoefend werd zonder wapens.
Karate is, net zoals de meeste vormen van zelfverdediging, bijzonder geschikt voor kinderen omdat ze alle spieren van het lichaam kunnen beheersen, zowel links als rechts. Ze leren op een leuk manier om hun hersens, geest en lichaam samen te laten werken. Bovendien gaan kinderen hun ademhaling goed gebruiken en krijgen ze meer zelfvertrouwen. Karate is een gecompliceerde kunst, die alleen door veel trainen groed beheerst kan worden.
Iedereen die begint met Karate krijgt de witte band. Door aan examens mee te doen, kan er een hogere graad(Ky) worden behaald. De meest gebruikelijke volgorde van kleuren is: wit, geel, oranje, groen, blauw, bruin, waarbij tussen de graden ook slips toegevoegd worden. Na 1ste Kyu volgt het examen 1ste dan, de zwarte band.